Recensent beeldende en audiovisuele kunsten — BAC

Verwoorden - Schrijven, Ordenen - Bouwen

Recensent omvat de vakken beeldende en audiovisuele kritiek en tentoonstellingsbeheer.

Bij het kijken naar kunst, duiken verschillende vragen op: Wat zie je? Wie heeft het gemaakt? In welke tijd situeert het kunstwerk zich? Wat is de betekenis? Hoe ervaar je de tentoonstelling? Komt elk werk tot zijn recht?

Op zoek naar antwoorden, richt je jouw blik naar een zaaltekst, beluister je een audiogids, ontcijfer je een label naast het werk, praat je met anderen over jouw tentoonstellingsbezoek. Misschien blader je door een tentoonstellingscatalogus, surf je naar een museumwebsite of lees je een interview in een vakblad. Jouw honger naar informatie wordt geleidelijk aan gestild, jouw mening over het werk/ de tentoonstelling wordt gevormd en onderbouwd.

In het vak beeldende en audiovisuele kritiek wordt de kijkervaring aangevuld met luister- en leesactiviteiten. We duiken met een scherpe blik in het uitgebreide spectrum van lezen en schrijven over kunst. Niet alleen wat, maar ook hoe geschreven wordt, krijgt aandacht. We nemen uiteenlopende teksten ter hand en onderscheiden de doelstellingen. We bestuderen de woordenschat en de opbouw van de tekst. Op die manier bouwen we aan een gericht vocabularium en inzicht in de diversiteit van tekstopbouw en –stijlen. Deze basis helpt ons op weg naar het verwoorden van onze observaties en meningen en naar het zelf schrijven van teksten: een informerende tekst over een kunstwerk, een review van een tentoonstelling, een artist statement…

In het vak tentoonstellingsbeheer dompelen we onszelf onder in uiteenlopende presentatiemogelijkheden van kunstwerken. We nemen kennis van evoluties in de geschiedenis van het tentoonstellen en maken overwegingen bij enkele voorbeelden uit de museum- en kunstgeschiedenis en –actualiteit. Onder andere thematiek/verhaal, opstellingswijze van de werken, praktische factoren en publieksbemiddeling zijn hierbij aandachtspunten. Met deze bagage kunnen we zelf aan de slag: we bezoeken tentoonstellingen en bespreken deze uitvoerig, we oefenen in het selecteren van werken, proberen verschillende presentatiewijzen uit en bouwen zelf aan een tentoonstelling (in de klas, op papier, digitaal en/of in miniatuur).